hof 188-1 / 49 Utrecht pdf 09-03-2021 pag. 1

 

Wouter Luijtgensz tot Houten ged[aagd]e
contra
m[eeste]r Gherrit va[n] Westrene[n] imp[etrant]

Inder saecke hangende voord[en] hove ende raede prondcieal van
Utrecht tusschen m[eeste]r Gerit van Westrenen a[l]s possesoir van den vicarie
van Sinthe Nicolaes outaer gelegen inden buerkercke binnen Utrecht
imp[etrant] ter eenre ende Wouter Luijtgensz tot Houten ged[aag]de ter ande[re] zijden
d impetranten seggende dat die voirsz[egde] zijn vicarie inden gerechte
van Houten leggende heeft vijff mergen lants geheten Lijenberch
daer die nonne van Oudtwijck boven naestgelant zijn ende Floris
van Bockhorst
off zijn nacomelingen beneden mit een halve
hoeve lants die hij te leen hout van die heer[en] van Culenburch
welcke vijff mergen lants der voorsz[egde] vrouwe en[de] heeren possesseren
inde tijt toebehoeren Jure Dominij Volguirsz alsoe dat nijemant
hem der zelver en behoorde te onder winden buijten wille ende ijsent
des voorsz[egde] imp[etran]ts die uw ter tijt recht besitter ende possessoir is
des voorszp[egde] vicarien dien nochtans nijet tegenstaen[de] heeft
belieft den voorn[oemde] ged[aagd]e die voorsz[egde] vijff m[or]gen te occuperen ende
te apprehenderen vruchten ende mitschap daer aff te bueren buijte huer[en]
 

wil ende consent des impetrants voors[zegd] tot groten schade en[de] interesse
van den impetrant t welck hij dese hove te kennen gevenen heeft
ende verwornen ijmisse opten doerwaeren ofe pander die
uuijt bevel van den hove den voorg[enoemde] ged[aag]de bevolgen heeft zijn handen
vanden voorsz[egde] lande te houden en[de] schaede ende intreresten te
restitueren dit welcke over midts zijn opposent hem voor dese
hove verdachvaert heeft tot zeecker[en] dage ve[r]leden ten welcken
die voorn[oemde] imp[etrant] concludeerde dat bij sente[n]cie van dese hove
verclaert soude werden die voorsz[egde] vijff m[or]gen lants der voorsz[egde] vicarie
van Sinthe Nicolaes Juere Donimij Volguirsz toe te behoeren ende
dat die ged[aag]de gecondemneert zoude worden dije voorsz[egde] landen ongeomipeert
te laeten mar die den voors[zegde] imp[etrant] inden naem alsbove[n] te restitue[ren]
midtsgaeders allen vruchten nutschappen ende proffijten die hij
daer aff ontfangen heeft van die tijt off d imp[etran]t dese vicarie
beseten heeft tot dese daege toe en[de] men hadde moege[n] ontfange[n]
midtsgaeders oick alle schaeden en[de] interessen die d imp[etran]t ter
cumste van dese geleden heeft off noch lijeden zoude moegen oft
anders tot zulcken finen ende conclusie t hoff bevinden soude ter
moiterien dienen[de] ende den imp[etran]t profitelicxste maecken[de] eijsch van
costen waer jegens is bij den ged[aag]de geantwoort dat hij wel
gelooft dat die vijff m[or]gen lants daer hier guestie va[n] is
der voorsz[egde] vicarien ende hoeven possessoren toebehoeren Jure Dominij
Direck
mar Domine Utiks[?] toebehoort den ged[aag]de die besit t selve
landt wel ende deuchtelick en[de] die vruchten nutschappen ende
proffijten daer wel van opbueren mach te zijn appetijte
sonder dat d[e] imp[etrant] daer bij enigen schaeden interest ofte
achterdeel pretenderen mach want die possessoir der
zelver vicarie doe inden tijt wesende mit behoorlijk solep[m]niteijte[n]
lang bove[n] menschen memorie dit selve lant in een euwijgen
erffpacht gegeven heeft Herma[n] Schaij eerstensz voor eem pensie
van tweedetwijntich loot sivers ende voor elcke vier loot
silvers eenen gouden oude schilt ende eene geteijckende placke
ofte die weerde daer voor ende heeft die voorsz[egde] Herma[n]
Schaeij Eerstensz
vercost ende ov[er] gegeven den selffden erffpacht
bij consent des vicaris ende mit behoorlicke solempniteijten
wil neer Wouter Luijtgensz des ged[aagd]en oude vaeder doer
wienz ov[er]lijden die voorsz[egde] erffpacht gecome[n] en[de] bestorve is
aen Luijtgen Wouterssz zijn oudste zoon die hem versocht heeft
alz dat behoort ende oick aff lijvich geworden is nae
wiens doot die voorsz[egde] erffpacht geerfft is aen Wout[er] Luijtgesz
den ged[aagd]en des voorsz[egde] Luijtgen Woutersz oudtste zoon die
den zelffden errpacht aen heer pet[en]tant vicarius nae dode
zijnz vaeders versocht heeft hebben daer off verlijdinge
huijt cracht van de welcke die voorsz[egde] ged[aag]de lange dan XIIIJ jaeren


veertich jaeren dit voorsz[egde] landt beseten heeft als erffpacht
 

hem toebehoren de Jure Utiks Dominij sz altijt die pensie daer
uuijt wel en[de] deuchtelick betaelt heeft gelijck erwijs zijn
voirvaeders besitters desselven erffpachts lange jaerl[ijks] oick alsoe
gedaen hadden wae[r]ine en mach d t imp[etrant] hem nijet beclagen
van enige[n] schaeden ofte interest want hem geen actie tegeve den
ged[aag]de en competeert ter cause van dien noch oick competeren en
mach ende al hadde hem all actie moegen competeren des neen
daer tegens wae[r] lange gepreserveert ende die ged[aag]de en
is nijet schuldicht t selve landt te laeten als d imp[etrant] poseert
mar behoert dat te behouden zoe hij dat mit goeden deuchtelicken
fitule beseten concluderende daerom[m]e dat bij sente[n]ie van
dese hove verclaert sal werden den imp[etrant] in zulcker voegen
ende maeten zoe hij procederert nijet ontfanckelick soude moegen
weden des neen dat nochtanz die ged[aag]de sal ende behoort geabsolveert
te werden van den pretensen aensch ende aenspraecke ende de imp[etrant] daer
op een euweichen zwijgen imponeert sal werden en[de] voorts geconde[m]pneert
inde costen gedaen en[de] te doen oft andee tot zulcken fine en[de] ijclusie
als t hoff bevinden sal recht en[de] den ged[aag]de mitse ende profitlicxste
te wesen waer jegens is bijden imp[etrant] gerepliceert dat hij ontkent
dat die ged[aag]de dit lant deuchtelick besiten ende dat die psossessoir
der voorsz[egde] vicaerie doe ter tijt wesende dit voorsz[egde] lant in eenen
eijwigen erffpacht gegeven heeft een[en] Herman Schaij ende
heer Peter Tant en[de] mochte dit lant nijet lang[er] verhueren
dan hij leeftde noch oick geen[er] erffpacht uuijt slaen dan bij
consent ende believen des bisschops ofte ordinaris van die kercke
daer die vicarie gelgen is ende oick des collatoirs ende nut zulcken
solempniteijten als daer van rechtswegen daer toe requireert en
heeft oick de besitter geen wittelicke saeck gehadt waerom
hij alieren zoude die goeden van zijn vicarie waero[m]me dese
erfpacht geen cracht oft macht en heeft mar is nae
allen redenen ende rechten nulle ende van onweerden ende die
ged[aag]de kan dit lant nijet prescribeert heb[b]en want hij
dat nauwe thien jaer mit ongrecht beseten heeft midtsdien
psisterende bij den conclusie in zijn eijsch genomen waer
jegens is bijden ged[aag]de gedupliceert dat hoe wel sond[er] consent
des bisschops ofte anontorer[?] oick des patroons een geestelick
beneficiant nijet en zoude moegen temporeel geven va[n] zijn
gestelicke goede[n] moegen alieneren nochtans indien zulcke alionetie
geschiet waere lang[er] dan veertich jaeren soe wert
 

preserveert t consent des bisschops patroons ende oick wittelicke
saecke der alienacie endealle ande[re] requisite daer toe
behoerende all geschiet te zijn hoe wel dat van dien nijet
en blijck ende is die possessoir van de zelve goed[en] nijet schuldich
zulck consent van zoe langen inden te pr proberen ofte te toonen
ende die ged[aag]de ofte die gene daer hij zijn actie van heeft
hebben dit lant over hondert jaeren in een euwige erffpacht
mit behoorlicke solempniteijten gehadt ende midtsdien prescubeert
persisterende bij den conclusie in zijn[en] antwoorde genomen ende
nae dat gedupliceert was zijn die voorn[oemde] p[ar]thien bevonden in
feijten contrarie ende is bij den hoeve geapponteert dat p[ar]tije zouden
responderen deen des anders articulen intamentum[?] calimipine[?]
doen ende op huer feijten heere engneste voor een zeecker oijnissaers[?]


 

van wegen des geden
sekere getuijgen beleijt
huir inde[?]

van den hove die hem geordoneert is voorden welcken des
voors pthien hun ende tuijge beleijt ^ brieve ende mummieten[?]
geeexhibeert zijn gecondihieert va[n] meer te produceren gedient
van reprochen en[de] soluciaen in rechte geconcludeert end[e] gecht
begeert voorsz[egde] hoff gesien ende gensitutert t proces
vanden voorn[oemde] p[ar]thijen en[de] al t emelde dat bij dine gebreke
is en[de] gement ende overgeweg[n] al dat behoorde gemerct
en overgewege[n] te zijn ende dat heeft conne[n] ende moge[n] monel[ijk][?]
bevijndt dat men t proces ter nuneren mach ..onden enqueste
te doen op die feijten begrepe[n] inde voorsz[egde] reproche ende dalnatie
heeft mit grote rijpheijde ende dehivetracie van rade
bij dese sentent diff mit ine ende doende recht inden naem
en[de] van wege der keij[zerlijk]e ma[jestie]t coeninck van germanien
ende va[n] spaengie[n] als hertouch van brabant grave va[n]
hollandt ende erffhee[r] der stadt stede[n] en[de] lande van
Utrecht heeft geabsolveert ende absoveert midtsdese
den ged[aag]de van den eijschen bij den imp[etrant] op hem gedaen ende compeseert
die costen van redenen wille den hove daer toe moverende
gepreindtheert binne[n] der stadt Utrecht ond[er] ons
zegel van justicie hier aen gehangent op ten Ien
aprilis int jaer ons heeren duisent vijffhondert ende een ende
dertich


Homepage | E-mail