Jan Hogewerff solvit den XL penn[ing] aan desecr[atri]sz van Heemskerk | Wij Jean Duetz van Assendelft vrij heere van Assendelft en Assenburgh heere van Heemskerck Hooghdorp Noortdorp en Reewijck etc etc. etc. doen condt eenen ijegelijcken dat wij dooor onsen lieve getrouwen Jean Roos onsen stadt houder
ende registermeester van onsen leenen Louris Jans Hogewerf woonende tot Heemskerck als bij coop aangestaan hebbende van behoudens ons en een ieder sijn reght verlijt ende verleent hebben gelijck wij doen mits desen onse brieven met de de gereghte helfte en nogh daar toe een vierendeel van een stucke lants geheeten godshuijs bossche sulx als dat met sijn opgroejen ende aanwassen in den banne van Heemskerk agter den huijse van Marquette geleegen is belent hebbende aant oost de weduwe van Jan Pieterse aan oost[= noord] m[eeste]r Maartens godshuijs bossche aant zuijden Cuijpers Ven aen t westen die gemeene watteringh van welcke voorsz[egde] lant t vierde vierendeel te leen gehouden werdt van den heere van Marquette groot int geheel drie maden te houden voor ons ende onse nacomelingen vrij heere ende vrij vrouwe
van Assendelft tot een onversterffelijck leen te verheerge wade als t verschijnt met een roden sperwer oft met ses hollantsz grooten ende hier op soo heeft ons aan handen van onsen stadhouder voorn[oem]t de voornoemde Lourens Janse Hogewerff huld eed ende manschap gedaan alst behoort hier hebben bij aan ende over geweest de h[ee]r Jean van Coevenhoven leenman van huijs polanen en Coornelis Groen landt leenman van t huijs Marquit in kennisse der waerheijt hebben wij deese brieff met onsen uijt hangende zeegel bevestigt den 22 junij 1723 | 52 |