Domkapittel 216 / 1222-11 Utrecht pdf 14-06-2017 pag. 1

Houthen en Goeij

Eenrs Cornelis

1541

_mp___sz

41

____

fa[?]

m___ a_ __rs
erfpacht van 3 1/2 mergen en 9 roeden
en noch die helfte van een half mergen
gelegen in Goije en Houten ome twe
koerforster golt gulden jaerlicxs off
die rechte weerde daer voorin elcker tijdt
der betalinge

Allen den gheenen die desen brijeff sellen sien off horen leesen doen wij verstaen Egbert Henricx Wtham schout Jan Jansz ende Cornelis die Keijser scepen in den
gerechte van Goij en Houten dat voor ons quam int gerechte Eermst Cornelisz ende belijde ende bekende aldaer met zijn vrijen moet wille over hem zijnen
zijn erffgen[amen] ende nacomelinge in eenen ewijghe erffpacht ontfangen te hebben van den weerdigen heeren vicedoemdeken ende capittel ten doem t Utrecht vier mergen lants
gelegen inden gerechte voorsz[egd] soe die hier naebescreeve en betaelt staen den geloofden die te besitten en te gebruijcken op alsulcke voorwaerden verbanden ende peenen als der voorsz[egde]
heeren brieff zulcx inhoudende en bermeldende is sprekende van woerde te woerde aldus wij vicedoemdeken ende capittel der kercken ten doem t Utrecht doen condt allen
luijden dat wij bij dode en overlijden van Cornelis Willem Eerstensz in een ewige erfpacht gegunt ende gegeven hebben gedaen en genen mits desen onsen brieve Eernst Cornelisz,
Cornelis Willemsz voorsz[egde] outste zoen vierdenhalve mergen lants ende negen roeden mit alle heren toebehoren also die gelegen zijn in t Goij en Houthen dair dat cloester van
sinte Servaes t Utrecht boven ende meester Willem van Lochorst canonick sinte Marien t Utrecht benede naest gelant zijn Item noch die rechte helfte van eene mergen
lants gelegen in den gerechte voorsz[egd] tienden aen die vierdalve mergen ende negen roeden voorsz[egd] dair Eernst Willemsz die verder helft vanden selven mergen off toe behoort
en die selffde Eernst Willemsz voorsz[egd] bpvem emde Cornelis Dircxz tot Bunnijck beneden naestgelant zijn en ons en onser kercken voorsz[egd] int recht toebehoren en nijet meer
elcx s'iaers om twee gouden overlantsche koerfurster rijnsche gulden goet van goude van volre gewichte ende gerechter munte voor datum s brieff gemunt en geslagen
off dierechte weerde dair voor in elcker tijt der betaelinghe dairmen alsulcke gouden koerfurster rijnsche gulden om copen mach die ons Eernst Cornelisz voorsz[egd]
ende sijn nacomelinghen nae zijne doot dair desen erffpacht op comen sall jairlicx vrij ende comerloes sonder enige off verminringhe des voorsz[egde] pachts
ende van alle schade ongevall ofte ongelde die op dit voorsz[egde] lant comen mochte oick van wat saicken dattet toe quaem op hoers selffs cost ampt ende arbeijt bijnen
onser der kercken ten doem voorsz[egd] betalen sellen als die een helfte vanden gelde op sinte Martensdach in den wijnter nu naestcomende ende die ander helfte op
jaere van erffnaem tot erffnaem mit sulcken voorwairden want saicke dat Eernst voorsz[egde] offte zijn nacomelinghen jairlicx desen pacht dus voll en all
nijet en betaelde tot sulcken termijnen ende allen manieren als voorsz[egd] is soe wolen zij allegader van allen rechts ende toeseggen dat zij hadden off hebben mochten aen den
erffpacht des lants voorsz[egde] ende soe quaem dat selve landt dan weder vrij ende loss aen ons ende onse kerkcen ten Doem voorsz[egd] onsen vrijen wille dair mede te doen alsoo
verre wij dat versuim aen nemen wouden ende anders nijet schoudelicken nochtans ons den ofterstadigen pacht te betalen sonder argelist voort zijnt voorwairden dat Eernst
Cornelisz en zijn nacomelinge voorsz[egd] en zollen noch en mogen dit lant ende den erfpacht voorsz[egd] nijet scheijden noch vercopen noch versetten noch versellen
noch aen nijemant ander brenge noch in geenre hande manieren quijt worden buijten onsen consent en wille onder die penne van vervallinghe voorsz[egd] ende wanneer Eernst
voorsz[egde] offlijvich wordt soe sall desen erffpacht voorsz[egd]alheel en ongeseeijde comen op eenen sijne outsten naesten wittastigen erffnaem een man hooft naerre te wesen
dan een wijffhoeft dair zo beijde ende nae waren om alsulcken pacht ende in allen manieren voorwairden verbonden verbinden en peenen als voorsz[egd] zijn ende alsoo voort van erff
naem tot erffnaem ende die selve erffnaem sell bijnne eene halven jaire nea Eernsten doot dit lant ende den erffpacht voorsz[egd] aen ons versoucken ende nemen van ons nijen
brieve opten erffpacht ende voorwairden voorsz[egd] en geven ons weder brieve alleens sprekende bezegelt mit des schouts en gerechtz zegel van t Goij ende Houthen beijde op
zijne cost ende wairt saicke dit die selffde erffnaem des nijet en dede ofte enijch van den punten voorsz[egd] verbraecke soe well hij des gelijcx van allen recht en tot seggen
dat hij hadde off hebben mochte aen den erffpachte des lants voorsz[egd] alsoo verre als van worden in allen manieren als voorsz[egd] staet ende tot wat tijden desen erffpacht
voorsz[egd] coempt op Eernst Cornelisz voorsz[egd] zijnen wittastigen erffnaem van zijnen lijve gecomen zijnde soe sall die selve erffnaem bij ons den anderen broederen en susteren
restitutie ende verstoringhe doen indien dan dair enijge zijn ende anders nijet behoudelicken Adriaen Cornelis Claes dochter zijn moeder hair lijftochte aenden lande en
erffpacht voorsz[egde] die selve te besitten te gebruijcken tot heere rechter lijftochte en tot lijftochten rechte soe langhe sij in levendelijve wesen sall en langer nijet
op alsucken pacht en in allen maniere voorwairden verbanden en peenen als voorsz[egd] zijn sonder alle arch ende list in oirconde des s brieffs besegelt mit ons capittels segel
ergens int jair ons heren duijsent vijffhondert een en veertich opten achtiensten dach martij aldus onderteijkent Joh[ann]es de Wterwijck vicedecan[?] Francken Bommell v[ica]rus[?] cap[it]el voorsz[egd]
ende want ons schout en gerechtzluijden voon[oemd] kenlicken is dat alle punten en voorwairden alsoe voor inden gerecht belijt bekent en geloeft zijn soo hebbe ick Egbert Henricx
schout voorsz[egd] mijne segels van des gerechts wegen over mij selven en mede over de gerechteluijcen voorn[oemd] om hoere bede wille aen desen brieff gedaen gegeven int jair ons heren
duijsent vijffhondert een en veertich opten negen en twijntischten dach in novembri


Homepage | E-mail